Ik werkte een tijd bij de post als sorteerder. Als de meeste mensen nog sliepen, vertrok ik naar een grote hal met weinig ramen en veel beton. Ik kwam terecht in Team 7 bij collega’s die er al jaren werken. In het begin moesten we wennen aan elkaar. Zij leken me van die rouwdouwers. Ik was voor hen een kunstenaar met een bijbaantje. Toch voelden ze niet geheel vreemd – ik kom namelijk uit een familie met de nodige laagopgeleide rouwdouwers. Toen ik er vier jaar werkte, durfde ik het aan mijn collega’s te vragen voor mij te poseren.
Zoals ik ze heb afgebeeld, zijn ze een weerspiegeling van mijn innerlijk. Ik herken trekken van mezelf en mijn familieleden in hen. Opgegroeid in armoede, weinig opleiding, gevoelig voor gezag. Met name dat laatste is een belangrijk thema voor me. Als je bent opgevoed met de overtuiging niet veel van het leven te mogen verwachten, dan kom je daar niet zomaar van los. Maar samen met mijn ex-collega’s sta ik nu op en nemen we ruimte in. Ik heb hen niet in hun uniform getekend om hun authenticiteit en autonomie te benadrukken. Zie hoe bijzonder, gevoelig en creatief ze zijn. Gelijk aan ieder ander en de moeite waard.
Op Hard//hoofd en in Z! De Amsterdamse Straatkrant (zie hieronder) kun je van sommige postbodes hun levensverhaal (en hun relatie tot de post) lezen die ik samen met schrijver-journalist Ferry Wieringa heb vastgelegd.
Postbode Bas: ‘Ik houd van mooie kleding. Mooie kleding straalt autoriteit uit. Bij de post loop ik op gympen en in een bezweet vaal polootje.’
Postbode Mustafa: ‘Ik heb alles te danken aan de post. Van mijn baan betaal ik de huur, gas en licht. Mijn vrouw kon erdoor overkomen. De post heeft me gemaakt tot wie ik ben.’
Postbode Dirk: ‘De mensen die me als kind op straat hadden zien spelen, zagen me nu in uniform post bezorgen. Voor hen bleef ik het jongetje. Zat ik koffie te drinken, gingen ze over vroeger vertellen.’
v.l.n.r. Ruud, Wiljon, Mustafa, Dirk, Alida, Bas, Jan (allen 100 x 70 cm), kleurpotlood op papier.